Suriname: een korte geschiedenis

De Republiek Suriname is een klein land in Zuid-Amerika, gelegen aan de Noordoost kust van dit continent. Om een idee te krijgen van de grootte: de oppervlakte van dit land is met 163.820 vierkante kilometer ongeveer 3,9x zo groot als die van Nederland (41.543 km2). Suriname is de middelste van de drie Guyana’s. De hoofdstad is Paramaribo, dat “stad van bloemen” betekent. Paramaribo is afgeleid van het woord Parmurbo. De naam Suriname is afgeleid van de Surinen, een Indianenstam, die heeft geleefd in het gebied dat tegenwoordig bekend is als Guyana en Suriname.

Suriname is op dinsdag 25 november 1975 onafhankelijk geworden. In de tijd daarvoor is Suriname een kolonie van Nederland geweest. Een gevolg hiervan, is dat het Nederlands nog steeds de officiële voertaal van Suriname is.

Het Surinaamse Volkslied.

Het Surinaamse volkslied heeft een Nederlands en een Surinaams couplet. Het couplet in het Nederlands “God zij met ons Suriname” wordt altijd als eerste gezongen. Daarna volgt het tweede couplet “OpoKondre Man un’ Opo). Die volgorde bleef na de onafhankelijkheid van 1975 gehandhaafd.

De tekst van het ‘Nederlandse’ couplet werd geschreven door de dichter Trefossa (pseudoniem van Henny de Ziel,1916-1975) in 1959 officieel vastgesteld door de Surinaamse regering. Suriname was toen nog een rijksdeel binnen het Koninkrijk.

De tekst van het eerste couplet is een bewerking van het tweede couplet van het toen in gebruik zijnde onofficiële Surinaamse volkslied Suriname’strotschestroomen, dat in 1893 als zondagsschoollied werd geschreven door de Lutherse predikant ds. Cornelis Atses Hoekstra. De Ziel wijzigde de meeste regels. In zijn voorgestelde bewerking luidde de vijfde regel ‘Strijdend houden wij in gedachten’, een verwijzing naar de geschiedenis van de slavenemancipatie in Suriname. Toch is in de officiële versie van 1959 het woord ‘Strijdend‘ weer veranderd in ‘Werkend’.

Nederlands (couplet 1)

God zij met ons Suriname,
Hij verheff’ons heerlijk land,
Hoe wij hier ook samen kwamen,
Aan zijn grond zijn wij verpand,
Werkend houden w’in gedachten,
Recht en waarheid maken vrij,
Al wat goed is te betrachten,
Dat geeft aan ons land waardij.

Sranantongo (couplet 2)

Opokondremanun’ opo!
Sranangron e kariun,
Wans’ ope tata komopo,
Wi mu’ setikondre bun,
Strey de f’ strey,
Wi no sa frede,
Gado de wifesiman,
Erilibi te na dede,
Wi sa fetigi Sranan.

De gebruikte melodie is in 1876 gecomponeerd door Johannes Corstianus de Puy (1835 – 1924). Voor de nieuwe, officiële versie koos De Ziel aanvankelijk de compositie ‘Welkom’ van Johannes Nicolaas Helstone (1853-1927), maar die werd afgewezen door de Staten (het toenmalige Surinaamse parlement)

De Surinaamse literatuuronderzoeker Cynthia Abrahams ontdekte later dat Trefossa flink met de teksten heeft zitten spelen. Zo heeft hij een parodie gemaakt op zijn eigen Sranan versie ‘OpoKondremanunopo!’:

OpoLesiman, unopo!
Sranan gron e kariun
Furuwroko de fuwroko
Bifo’ kondreseti bun
Mon’ no de futekif’soso
Wrokowi mus wroko tu
Dan fos’ kondre sa kon leti
Dan Sranan sa setitru

Sta op luilakken sta op
Suriname roept u
Er moet veel werk worden verzet
Voordat het land goed op orde is
Het geld ligt niet voor het oprapen
We moeten er ook voor werken
Eerst dan zal het goed komen met het land
Dan zal Suriname goed
georganiseerd zijn.

Het Surinaamse Wapen

Het Wapen van Suriname toont twee inheemsen, de oudste bewoners van Suriname die het schild markeren. De woorden justitia, pietasandfides zijn Latijn en betekenen: gerechtigheid, vrede en trouw.

De Surinaamse Vlag

Het Statuut in 1954 veranderde de status van Suriname als kolonie in een zelfstandig land binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Suriname kreeg een eigen binnenlands bestuur, alleen buitenlandse zaken, defensie en het hoogste rechtscollege bleven aangelegenheden van het Koninkrijk. De vlag die in Suriname in die periode werd gebruikt bestond uit een witte vlag met vijf verschillend gekleurde sterren. Deze sterren waren bruin, wit, rood, zwart en geel van kleur. Al deze sterren waren verbonden door een zwarte ring. De verschillende sterren stelden de verschillende bevolkingsgroepen voor en de ring symboliseerde de eenheid tussen deze groepen. De zwarte ster stond voor de Creolen, de bruine voor de Indiërs (Hindoestanen), de gele voor de Chinezen, de rode voor de Amerikaanse Indianen, en de witte voor de Europeanen. Al deze bevolkingsgroepen (en nog meer) komen in Suriname voor.

Na de onafhankelijkheid op 25 november 1975 is de vlag met de 5 sterren vervangen door de huidige vlag van Suriname. In deze vlag wordt de eenheid van de verschillende etnische groepen gesymboliseerd door één ster.

De ster heeft vijf punten, die de vijf grootste etnische groepen in Suriname voorstellen. De kleur van de ster staat voor een gouden toekomst. De rode balk staat voor vooruitgang en liefde, de groene balken staan voor hoop en vruchtbaarheid en de witten voor vrede en gerechtigheid.

Algemene informatie over Suriname

Suriname heeft een kleine bevolking van iets meer dan 550.000 mensen. Ter vergelijking: in Amsterdam wonen bijna 800.000 mensen. Het grootste deel van de Surinaamse bevolking woont in de hoofdstad Paramaribo. Suriname heeft een oppervlakte van 163.820 vierkante kilometer, wat ongeveer gelijk is aan 63.775 vierkante mijl, en bijna vier keer zo groot als Nederland is. De kustlijn is circa 386 kilometer lang. Suriname grenst in het zuiden aan Brazilië. Ten westen van Suriname ligt Guyana, dat een kolonie is geweest van Groot Brittanië. Het oostelijke buurland van Suriname is Frans Guyana, dat op dit moment nog steeds een kolonie is van Frankrijk. Ten noorden van Suriname ligt de grote Atlantische Oceaan. Suriname ligt op het noordelijk halfrond, tussen 2 en 6 graden noorderbreedte. Paramaribo ligt op 6 graden noorderbreedte en op 55 graden westerlengte. Suriname heeft een stedenband met Den Haag.

De Surinaamse bevolking bestaat uit mensen met verschillende achtergronden. De oorspronkelijke bewoners van het Amerikaanse continent, de Indianen, wonen nog steeds op het Surinaamse grondgebied. Er leven verschillende Indianenstammen in Suriname. Elk van deze stammen heeft een eigen geschiedenis. Verder wonen er negers (Creolen), hindoestanen, Chinezen, Javanen, joden, Nederlanders, andere Europeanen, Libiërs en nog andere nationaliteiten, waarvan het te ver voert om die hier allemaal op te noemen. Het is iets positiefs, dat al die bewoners goed met elkaar kunnen opschieten. Uiteraard hebben deze mensen verschillende religies: er zijn veel christenen, moslims en hindoes in Suriname. Daarnaast zijn er mensen, die tot andere kleinere geloofsgroeperingen horen. Al deze mensen met een verschillende geloofsopvatting hebben geleerd om op een juiste manier met elkaar om te gaan. Zo staan er bijvoorbeeld een kerk, moskee en synagoge vlak naast elkaar in Paramaribo en heeft dit nooit tot problemen en-/of conflicten geleid. Het spreekt voor zich, dat er in Suriname heel veel verschillende talen worden gesproken, maar bijna iedereen in Suriname kan op zijn minst een beetje Nederlands spreken, aangezien Nederlands de officiële voertaal is. Er is ook een Surinaamse taal, het SranangTongo. Deze taal is ontstaan, doordat de verschillende talen van al de bevolkingsgroepen met elkaar werden vermengd. Het heeft dan ook Nederlandse, Engelse, Spaanse, Franse en Portugese woorden in zich. Sommige woorden komen uit Afrikaanse talen die werden gesproken door de negers, die als slaven uit Afrika zijn gehaald. De meeste slaven zijn gehaald uit het gebied dat tegenwoordig Ghana heet.

De Nederlandse invloed kan nog steeds opgemerkt worden in Suriname. Suriname heeft, net zoals andere vroegere kolonies van Nederland, dorpen en plaatsen, Nederlandse namen zoals Nieuw Amsterdam, Utrecht, Groningen, Alkmaar, Wageningen, Dordrecht, Uitkijk, Domburg, Boxtel, Berg en dal, Tafelberg, Waterloo, Bloemendaal (een wijk in Paramaribo), Fort Zeelandia (het vroegere fort in Paramaribo, tegenwoordig een museum), Zanderij (waar de internationale luchthaven Johan A. Pengel is gesitueerd, ongeveer 45 kilometer ten zuiden van Paramaribo) en Lelydorp, genoemd naar de Nederlanse ingenieur Cornelis Lely, die grote inpolderingsprojecten zoals de Flevoland Polder en de Afsluitdijk heeft geleid.

Als je door de straten wandelt van Paramaribo vallen de typisch Nederlandse straatnamen op, zoals (deze lijst is niet uitputtend) de Heiligenweg, Jodenbreestraat, Maagdenstraat, Klipstenenstraat, Keizerstraat, Heerenstraat, Kerkplein, Domineestraat, Soldatenstraat, Weidestraat, Zwartehovenbrugstraat, Van’tHogerhuysstraat, Steenbakkerijstraat, Prins Hendrikstraat en de Waterkant aan de oever Surinamerivier in Paramaribo. In de loop van de tijd zijn er wel aanpassingen geweest bij de naamgevingen, die meer tegemoet komen aan de Surinaamse identiteit en jongste geschiedenis. Zo is de Gravenstraat gewijzigd in de HenckArronstraat(genoemd naar de Surinaamse premier) en de Rust en Vrede straat in de Fred Derby straat (Fred Derby was een bekende vakbondsleider).

Surinaamse Districten

De meeste mensen in Suriname wonen in de hoofdstad Paramaribo. Het noordelijke deel van het land is het deel, dat het meest ontwikkeld is en dus ook het deel met de beste infrastructuur. De grotere plaatsen liggen in het Noorden van het land. In de andere delen van het land zijn er een aantal nederzettingen. De plaatsen Nieuw-Nickerie ten westen van Paramaribo, en Albina, dat gelegen is aan de oostelijke grensrivier de Marowijne, zijn dorpen van enige allure, hoewel Albina tijdens de binnenlandse oorlog vrijwel geheel werd verwoest en de opbouw zeer moeizaam verloopt.

Toen Suriname nog niet zo lang was ontdekt en het in het bezit was van de Nederlanders was het land heel wat kleiner dan het nu is. Om een idee te krijgen: slechts de eerste 100 kilometer landinwaarts vanaf de Surinaamse kust behoorde tot Suriname. Het land erachter was Portugees bezit en zou hedendaags tot Brazilië hebben behoord als de Portugezen het grondgebied ten noorden van het ‘Guyanese hoogland’, dat een berggebied is, niet hadden weggegeven aan de Guyana’s. Hierdoor hebben Guyana (het voormalige Brits Guyana), Suriname, dat vroeger Nederlands Guyana heette en Frans Guyana (Cayenne) de omvang, die ze heden en dage hebben.

Wat in Nederland een provincie wordt genoemd, heet in Suriname een district. De tien Surinaamse districten met tussen haakjes hun hoofdsteden of hoofdplaatsen zijn: Paramaribo (Paramaribo), Wanica (Lelydorp), Commewijne (Nieuw-Amsterdam), Marowijne (Albina), Para (Onverwacht), Brokopondo (Brokopondo), Saramacca (Groningen), Coronie (Totness), Nickerie (Nieuw Nickerie) en Sipaliwini (Sipaliwini).

Geschiedenis

Christophoro Columbus ontdekte Amerika op 12 oktober 1492. Intussen weten we dat er al eerder Noormannen op dit continent waren geweest, maar dan in het gebied rond de Noordpoolcirkel (Groenland). Columbus dacht dat hij een westelijke route naar Azië had ontdekt en noemde de mensen die hij aantrof indianen. Om diezelfde reden werd dit gebied later West-Indië genoemd. De naam Amerika komt van de Italiaanse ontdekkingsreiziger Amerigo Vespucci.

De aanduiding indianen wordt in de literatuur niet meer gebruikt. Ze is vervangen door ‘Inheemsen’, om de lading vooroordelen rond ‘indianen’ weg te nemen. Datzelfde geldt voor de evolutie rond de term ‘bosnegers’, ‘binnenlandbewoners’, naar ‘marrons’ De laatste komt meer tegemoetaan de strijdbare rol die de voormalige slaven hebben gespeeld bij hun bevrijding. 

De eerste kolonisatie van Suriname vond vanaf 1650 plaats door de Britten. Tijdens de Tweede Engelse Oorlog werd Suriname in 1667 door Abraham Crijnssen veroverd op de Engelsen. Bij het tekenen van de Vrede van Breda op 31 juli 1667 zagen de Nederlanders af van de teruggave van de door de Britten ingenomen Nederlandse kolonie Nieuw-Nederland (de huidige staat New York); op hun beurt werd door de Engelsen niet de ontruiming van Suriname geëist. Men spreekt hierom wel van een “ruil” van beide gebieden. Na de Derde Engelse Oorlog werd deze feitelijke toestand officieel door het tekenen van de Vrede van Westminster op 19 februari 1674.

Tussen 1464 en 1796 was ‘De Staten-Generaal der Nederlanden’ een college waarin afgevaardigden van de Provinciale Staten van de gewesten van de Nederlanden samenkwamen. Suriname was weliswaar van de Engelsen overgenomen door de Zeeuw Abraham Crijnssen, maar de handel kon niet tot de Zeeuwen worden beperkt. Om de kolonie te kunnen besturen, werd de Sociëteit van Suriname ingesteld, een particuliere Nederlandse koloniale onderneming in Amsterdam, opgericht in 1683 en opgeheven in 1795.

Na aanvankelijk getouwtrek over de kolonie, begonnen in 1680 Cornelis van Aerssenvan Sommelsdijck en Philip van Hulten besprekingen over de oprichting van de Sociëteit. Het doel was winst te maken op het beheer van de kolonie. In 1686 verkreeg de onderneming een octrooi. De Sociëteit telde drie deelgenoten die elk een stem hadden en elk voor een derde participeerden: de West-IndischeCompagnie, de familie van Aerssen van Sommelsdijck en de stad Amsterdam. Deze participanten droegen zorg voor de aanvoer van slaven, kolonisten of planters, verdediging en bestuur. Ze verdeelden de kosten en de baten evenredig. Alleen met onderlinge instemming mocht een lid zijn aandeel van de hand doen. Alhoewel de organisatie en het bestuur beperkt waren tot de bovengenoemde drie participanten was de handel op Suriname voor iedere ingezetene van de Republiek vrij. De inspraak van de planters in de Raad van Politie, het bestuur van de kolonie, was vrij uniek. De gouverneur nam de beslissingen, als vertegenwoordiger van de Sociëteit. Die moesten echter wel geaccordeerd worden door de Raad. Belangrijke Amsterdammers namen zitting in het bestuur van de Sociëteit, de directeuren stelden het personeel aan en bepaalden de posities in Suriname. Alle militaire benodigdheden werden door hen ingekocht en hier ging veel geld mee gepaard. Er werden commissies ingesteld, waarin persoonlijke expertise en de contacten van de gecommitteerden van belang waren. Ze vergaderden in het West-Indisch huis aan de Haarlemmerstraat.

Aan het einde van de 18e eeuw ging de WIC failliet en de familie Van Aerssen verkocht haar bezit. Amsterdam was toen de enige belanghebbende. De naburige koloniën Berbice en Essequibo, ongeveer het huidige Guyana, waren enkele decennia daarvoor al gekoloniseerd door de Nederlanders. Suriname, Berbice en Essequibo vormden samen het zogenaamde Nederlands Guiana. Nederlands Guyana werd in 1815 verdeeld in Suriname, dat in Nederlands bezit bleef, en het huidige Guyana, dat een Britse kolonie werd: Brits Guiana. Onder internationale druk en druk van de Surinaamse Onafhankelijkheidsstrijders is de slavernij in Suriname uiteindelijk opgeheven op 1 juli 1863. In Suriname werden zo’n vijfendertigduizend mensen uit de slavernij verlost. Kanonschoten vanaf het fort Zeelandia kondigden hun nieuw verkregen vrijheid aan. Tegelijkertijd werden op de Antillen ongeveer twaalfduizend mensen in vrijheid gesteld. De voormalige slaven moesten nog wel tien jaar tegen een kleine vergoeding op de plantages blijven werken. Er was trouwens sprake van nog een vergoeding vanwege de afschaffing: driehonderd harde Hollandse guldens per vrijgemaakte slaaf ontvingen de slavenhouders. die werden gehaald uit de winst die Nederland had gemaakt op de bezittingen in de Oost.

In 1954 verkreeg Suriname een semi-autonome status binnen Koninkrijksverband; het werd niet meer als kolonie gezien, maar als een ‘zelfstandig land’ binnen het koninkrijk der Nederlanden. Op 25 november 1975 werd Suriname onafhankelijk. Gouverneur Ferrier, premier Den Uyl en Koningin Juliana ondertekenden het verdrag. Sindsdien is de officiële benaming Republiek Suriname. Op basis van deze overeenkomst emigreerden vele Surinamers na de Surinaamse onafhankelijkheid naar Nederland, waar ze door de overeenkomst gemakkelijk een verblijfsvergunning kregen en konden opteren voor de Nederlandse nationaliteit. Nederlanders die in Suriname geboren zijn, kunnen voor de Surinaamse nationaliteit kiezen. Volgens deze “toescheidingsovereenkomst” hebben Nederlandse Surinamers die terugkeren recht om als Surinaamse ingezetene te worden behandeld

Maar de Surinaamse regering wil hiervan af. De Assemblee heeft een “Diasporawet” opgesteld die geldt voor alle Surinamers in den vreemde. Deze wet kent echter niet het volle burgerrecht inclusief het stemrecht toe aan repatrianten.