Politiek, bestuur en economie

Economie

Suriname is zeer rijk aan natuurlijke hulpbronnen en wordt op grond daarvan wel als zeventiende land op de lijst van rijkste landen geplaatst. De natuurlijke hulpbronnen omvatten onder andere hout, bauxiet, goud en porseleinaarde (kaolien). Ook bevinden er zich kleine hoeveelheden nikkel, koper, platina en ijzererts. Er zijn nieuwe olievelden ontdekt, maar het zal nog jaren duren voordat die rendabel worden gemaakt. Daar komt bij dat de wereld-olieprijs vermoedelijk niet sterk zal stijgen door het toenemend gebruik van alternatieve energiebronnen. De inrichting van de Surinaamse economie is bovendien nog altijd niet gericht op eigen import vervangende productie. Op dit moment kampt de Surinaamse overheid met een uit de hand gelopen begrotingstekort door het wanbeleid van de regering Bouterse. De inflatie is torenhoog, de armoede neemt toe. De CIA World Factbook schatte in 2002 dat 70% van de bevolking onder de armoedegrens leefde. Dat percentage zal zeker in de huidige situatie niet gunstiger uitvallen.

Een belangrijk deel van de Surinaamse economie – zo’n 40 à 60 procent van het nationaal inkomen- speelt zich af in het informele of grijze circuit. Het overgrote deel van de goudexport en een deel van de houtexport gaan illegaal de grens over. Via het informele kanaal komt er echter ook veel geld binnen door de overmakingen naar het moederland van Surinamers die zich in het buitenland hebben gevestigd. Volgens een onderzoek van de Consumentenbond gaat het naar schatting om ca 115 miljoen euro per jaar.

Geldeenheid

De munteenheid is sinds 1 januari 2004 de Surinaamse dollar (SRD). Als een gevolg van de slechte economische situatie in Suriname is de munt behoorlijk gedevalueerd en is deze heel weinig waard. In het begin van de jaren ’80 van de vorige eeuw was een Surinaamse gulden ongeveer twee Nederlandse guldens waard. Rond het jaar 2000 was een Surinaamse gulden nog minder dan eenNederlandse cent waard. Suriname is een land met heel veel potentie. Tijdens de overgang naar de dollar is de nominale waarde een factor duizend verkleind. Duizend Surinaamse guldens is dus 1 Surinaamse dollar geworden. Een eigenaardig bijeffect is dat het oude muntgeld, dat door de devaluatie niet meer werd gebruikt, opeens het duizendvoudige waard is geworden.

Intussen is de koers van de SRD in duizelingwekkende vaart gekelderd, als gevolg van verspilling en wanbeleid van de regering Bouterse. Navenant zijn de binnenlandse prijzen sterk gestegen en is het dagelijks leven voor de Surinamer er niet makkelijker op geworden. De nieuwe regering Santokhi onderhandelt met het IMF om uit de schuldencrisis te geraken.

Meer informatie over de Surinaamse economie is te vinden op de website van het IMF: www.imf.org/external/country/SUR/index.htm.

Onderwijs en zorg

Onderwijs is gratis en verplicht voor kinderen tussen 6 en 12 jaar. 93% van de totale bevolking kan lezen en schrijven. Het onderwijsaanbod in Suriname voldoet de laatste jaren kwalitatief en kwantitatief niet of onvoldoende aan de eisen van de huidige tijd. De sector wordt gekenmerkt door onder meer verouderde curricula en leermiddelen, een inadequate opleiding van leerkrachten en een hoog percentage aan zittenblijvers en drop-outs.  Dit geldt vooral voor scholen in het binnenland.De enige universiteit is sinds 1967 de Anton de Kom Universiteit van Suriname (ADEKUS). ADEKUS is parastataal van aard en kent een grote mate van autonomie. In het collegejaar 2002/2003 waren er in totaal zo’n 3.100 studenten ingeschreven aan de universiteit. Voorts zijn er een zestal HBO-instellingen die grotendeels vallen onder het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling (MINOV) en enkele particuliere opleidingen. Problemen in de gezondheidszorg zijn grotendeels ook te wijten aan gebrek aan overheidsgelden; aan de emigratie van artsen en verplegend personeel (braindrain); en aan de gebrekkige transportmogelijkheden.

Luchtvaart

Voor wat betreft de luchtvaat is er natuurlijk de Surinaamse Luchtvaart Maatschappij (SLM), de enige nationale carrier. Voor de binnenlandse vluchten was ook de SLM vroeger een belangrijke speler, maar die zijn veelal overgenomen door een aantal kleinere maatschappijen, zoals Bluewing Airlines en Gumair. Er is één nationale luchthaven de Johan Adolf Pengel International Airport (voorheen Zanderij). In totaal zijn er vier vliegvelden met verharde landingsstrips en 41 vliegvelden met onverharde landingsstrips

Treinvervoer

Suriname bezit de restanten van de voormalige Lawaspoorweg (enkelvoudig spoor) van Onverwacht naar Brownsberg (oorspronkelijk van Paramaribo naar Dam), die vooral was bedoeld voor goudtransport. Sinds de jaren tachtig is de spoorlijn niet meer in gebruik. Een restant van een loc staat als museumstuk langs de weg bij het plaatsje Onverwacht.

Ook is er kort na de onafhankelijkheid een begin gemaakt met een industriële spoorlijn van Apoera (aan de Corantijnrivier) naar het Bakhuisgebergte. Doordat de voorgenomen bauxietexploitatie daar nooit ter hand is genomen, is de spoorlijn met enkele locs en wagons volledig overwoekerd door het oerwoud. Het wordt ook wel de spoorlijn van ‘van niets naar nergens’ genoemd, als symbool van de mislukte ontwikkelingshulp van Nederland aan Suriname.

Wegverkeer

In Suriname rijdt men links. Dat is mede te danken aan de periode van Engels bestuur aan rond 1800. De meeste personen en bestelauto’s en bussen worden uit Japan geïmporteerd, tweedehands, maar overwegend van goede kwaliteit. De grote vrachtwagens komen dikwijls tweedehands uit Nederland en hebben als gevolg hiervan het stuur aan de ‘verkeerde’ kant.

Vervoer over het water

Dit is voor Suriname de belangrijkste transportmogelijkheid. In totaal is er 1200 km aan bevaarbare waterwegen en er zijn havens in Albina, Moengo, Nieuw-Nickerie, Paramaribo, Paranam en Wageningen.De Suriname Brug

Het belangrijkste infrastructurele project van de laatste 20 jaar is toch wel de brug over de Suriname rivier. De officiële naam van deze brug is “Jules Wijdenboschbrug”, genoemd naar de president, die deze brug heeft geopend.

De Surinamerivier ontspringt in het zuiden van Suriname en mondt uit in de Atlantische Oceaan. Ter hoogte van Paramaribo is de Surinamerivier zeer breed. Op de smalste plek is de rivier toch nog meer dan 600 meter breed. Voordat de brug was opgeleverd, kon men de Suriname rivier alleen maar oversteken met behulp van een veerboot. De rijen met auto’s, fietsen en mensen voor de veerboot werden alleen maar langer. Het is voor de Surinaamse economie belangrijk, dat er een permanente verbinding is tussen Paramaribo en het oosten van Suriname, met het grensstadje Albina nabij Frans Guyana. Parmaribo ligt aan de westelijke oever van de Suriname rivier. Deze brug is dus essentieel voor de ontwikkeling van het land, omdat de rivier sneller en eenvoudiger overgestoken kan worden. De handel zal hierdoor alleen maar gestimuleerd worden. De brug is gebouwd in samenwerking met het Nederlandse bedrijf Ballast-Nedam.

Politieke geschiedenis

De eerste volksvertegenwoordiging in Suriname werd gevormd door de Koloniale Staten, vanaf 1866. In 1936 werd de naam gewijzigd in de Staten van Suriname. De gelijkwaardige positie van Suriname en de Nederlandse Antillen werd op 15 december 1954 definitief geregeld in het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden. Toen Suriname in 1975 onafhankelijk werd, werd de volksvertegenwoordiging Parlement van de Republiek Suriname genoemd. Na de staatsgreep van 1980 werd dit parlement buiten werking gesteld. In 1985 werd het parlement opnieuw ingesteld. De Nationale Assemblée in haar huidige vorm stamt uit 1987. Bij de her-democratisering na de staatsgreep werd in dat jaar een nieuwe grondwet aangenomen waarin de Assemblée geregeld werd, en op 25 november 1987 vonden de eerste verkiezingen plaats. In principe worden elke vijf jaar verkiezingen gehouden, voor parlement en president.

Kiesstelsel

Bij de verkiezingen voor De Nationale Assemblée wordt gebruik gemaakt van een meervoudig districtenstelsel, wat betekent dat de zetels per district worden verdeeld en binnen elk district meerdere zetels te verdelen zijn. Het aantal zetels voor de kiesdistricten, die overeenkomen met de gewone districten, is in de jaren tachtig wettelijk vastgelegd op basis van een politiek compromis en sindsdien ongewijzigd gebleven. Dit compromis is weer gebaseerd op de zetelverdeling zoals deze in de jaren vijftig wettelijk is vastgelegd. Omdat deze verdeling niet wordt aangepast aan de bevolkingsverhoudingen, zijn er door bevolkingsverschuivingen in de afgelopen decennia in het ene district veel meer stemmen nodig om een zetel te behalen dan in het andere district. Zo zijn voor een zetel in het district Paramaribo, dat met de helft van de Surinaamse bevolking slechts 17 van de 51 zetels te verdelen heeft, gemiddeld tien keer zoveel stemmen nodig als voor een zetel in het district Coronie, waar 0,6% van de bevolking 2 van de 51 zetels (4%) mag verdelen.

Politieke partijen

Suriname heeft een complex en veelsoortig politiek landschap, dat tegelijkertijd een afspiegeling is van de verschillende bevolkingsgroepen in het land. Nog steeds maken vooral de VHP (Vooruitstrevende Hervormingspartij, voornamelijk Hindoestaans), de ABOP en de BEP (partijen van boslandcreolen), NPS (creoolse stadspartij), de Javaanse partijen PertjajaLuhur en de KTPI en de enigszins gemengde maar vooral creoolse partij van Desi Bouterse, de NDP, de dienst uit. De grote overwinnaar van de verkiezingen van 25 mei 2020 os de VHP, die de president (ChanSanthoki) levert en samen regeert met de NPS, de PertjajaLuhur en de partij van Ronnie Brunswijk (ABOP)